1/28/2007

Journalist, tot de dood erop volgt

De moord op de Turkse journalist Hrant Dink heeft de wereld opgeschrikt. Dink had een mening over de Armeense genocide en werd daardoor regelmatig bedreigd door Turkse nationalisten. Hij liet zich hier niet door afschrikken. Uiteindelijk werd hij vlak voor het kantoor van zijn krant neergeschoten. Hoe tragisch ook, zonder mensen zoals Dink zou de journalistiek zijn functie verliezen.

De moord op Dink staat natuurlijk niet op zichzelf. Overal ter wereld vinden journalisten in hun werk de dood. Soms is dat omdat ze werkzaam zijn in gebieden waar het gevaarlijk is, maar soms ook omdat ze een mening hebben en hiervoor uitkomen. Op het moment dat een journalist om zijn mening vermoord wordt, zijn democratische processen in het geding.

Veronica Guerin is een bekend voorbeeld van een journalist die binnen haar werk de dood vond. Ze schreef artikelen over de onderwereld in Dublin. Ze dompelde zich steeds verder onder in deze wereld en dit bracht steeds grotere gevaren met zich mee. In de gelijknamige film ‘Veronica Guerin’ wordt duidelijk hoe ze bij het zien van de vele verslaafde kinderen in de achterbuurten van Dublin tot op het bot gemotiveerd raakt om de handel en wandel van de Ierse drugsbaronnen aan het daglicht te brengen. Maar Guerin raakte zover verstrengeld in de Ierse gangsterwereld, dat ze er een speler in werd. En helaas voor haar was ze een speler die een te grote bedreiging voor enkele drugsbaronnen vormde, waardoor ze uiteindelijk uit de weg werd geruimd.

Het verhaal van Guerin roept de vraag op hoe ver een journalist zou moeten gaan in zijn strijd om soortgelijk onrecht aan het oppervlakte te brengen. Guerin werd wel naïef genoemd en zou door haar roekeloze gedrag haar familie in gevaar gebracht hebben. En wat moet een journalist die, zoals Dink, wordt bedreigd om het hebben van een bepaalde mening? Wat te doen als door het werk de privé-omstandigheden van de journalist worden aangetast, zoals bij Guerin, die thuis werd bedreigd en zelf werd aangevallen? Het probleem van deze Ierse journaliste was dat ze met zulke belangrijke zaken bezig was, die zo bedreigend waren voor een aantal criminelen, dat het voor haar onmogelijk werd de ‘journalistenpet’ nog af te kunnen zetten.

Het is de taak van de journalist om misstanden aan te tonen. Het geval van Guerin laat echter hoe moeilijk het is te bepalen hoe ver te gaan. De strijd die ze streed was voor een goede zaak, maar de last die ze daardoor op haar schouders kreeg was te zwaar voor één persoon om te dragen. De pen kan evenzeer een wapen zijn net als het pistool, waardoor de journalist een serieus te nemen factor in menig conflict is. Het pistool is echter een wapen dat een vaak definitiever resultaat heeft dan de pen.

Guerin zou geen slechte journalist geweest zijn als ze had besloten de handdoek in de ring te gooien, nadat de druk op haar groeide en groeide. Ze bracht inderdaad haar familie in gevaar, vader en zoon hadden hier niet voor gekozen. Op het moment dat je als journalist zelfs thuis bedreigd en aangevallen wordt is een grens bereikt. Het is het moment waarop het uitvoeren van het werk bijna onmogelijk gemaakt wordt en de journalist als mens eigenlijk niet meer bestaat.


Daar staat tegenover dat het ver gaat om journalisten als Guerin en Dink roekeloos te noemen. Guerin probeerde om een proces in Ierland te doorbreken om te voorkomen dat er nog meer drugsleed gebracht zou worden en nog meer drugsbaronnen ten koste van dit leed hun zakken konden vullen. De manier waarop ze te werk ging was soms roekeloos. Ze had kunnen verwachten dat de onderwereldfiguren nergens voor terug zouden deinzen. Maar was het Guerin’s schuld dat ze alleen moest gaan in deze strijd? En kan het haar verweten worden dat ze ondanks de bedreigingen bleef strijden voor een goede zaak?

Na de moord op Guerin ontstond er een massaal protest in Ierland, waar ook in Turkije na de moord op Hrant Dink sprake van was. Er werd een jacht geopend op de moordenaars en de drugsbendes van Dublin. De Ierse regering realiseerde de veranderingen in de belastingregels waardoor de drugsbaronnen aangepakt konden worden. Hiervoor werd zelfs de grondwet verandert. Guerin bereikte op deze manier door haar schrijven en haar dood haar uiteindelijke doel.


Daarom mag de wereld blij zijn dat er mensen zoals Guerin zijn, journalisten die ondanks bedreigingen blijven doorschrijven over belangrijke zaken als deze, journalisten die doorstrijden tot de dood erop volgt. Hoe roekeloos of gevaarlijk het optreden van Guerin ook gevonden werd, het heeft een belangrijk verschil gemaakt en een groot probleem in de Ierse samenleving aangepakt. Zonder personen als Guerin zou veel onrecht in de wereld onbesproken en onaantastbaar blijven. Dat voor sommige journalisten de zaak waarvoor ze strijden nog belangrijker is dan hun eigen veiligheid, getuigt van heel veel lef en idealisme. Deze journalisten zijn de beschermheiligen van het vak, ze laten zien dat een journalist zijn boodschap niet laat beïnvloeden, zelfs niet door de meest extreme middelen. Helaas is de consequentie hiervan dat een sterker wapen dan de pen wordt ingezet wordt om de journalist het zwijgen op te letten.

1/21/2007

Internetjournalistiek

Wat is internetjournalistiek? Daar draait de lezing donderdag onder andere om. Sietske van Weerden, adjunct-hoofdredacteur maakt er een interessante opmerking over. Internet is volgens haar alleen een technologie. Volgens haar bestaat er niet zoiets als internetjournalistiek.

Internetjournalistiek. Het is een term die steeds vaker te horen is. Een misschien wel gehypte term. Want wat is dit dan precies? Sietske haalt definities aan die Wikipedia weergeeft:

Journalistiek die het internet, of typische internet-verschijnselen, als onderwerp heeft.
Journalistiek die via internet wordt bedreven (gepubliceerd).
Journalistiek die internet als bron gebruikt.
Journalistiek die uitsluitend bestaat op het internet (een omschrijving van internetjournalist en mediafilosoof Mark Deuze)

Vooral journalistiek die via internet wordt bedreven wordt vaak omschreven met de term internetjournalistiek, als het gaat om sites als nu.nl, maar ook in de discussies rond weblogs. In dit geval is het dus het medium dat bepaalt over wat voor soort journalistiek we het hebben. En alhoewel we inderdaad ook de term televisiejournalistiek kennen, is het maar de vraag of dit wel de juist manier is om een gebied te definiëren.

Zo zijn er journalisten die in kranten schrijven en in tijdschriften. Ook hier wordt geen onderscheid gemaakt. En wat te doen met de artikelen van de Volkskrant die ook op de websites verschijnen? Het is moeilijk om hiertussen verschillen te maken. Anders is het bij een site als Indymedia.nl, die het internet gebruikt om lezers zelf materiaal aan te laten bieden. De discussie of dit nu wel of geen journalistiek buiten beschouwing gelaten, gaat het hier inderdaad om ‘journalistiek’ die volledig gebruikt maakt van de mogelijkheden die het internet biedt. Een dergelijk systeem zou op papier veel moeilijker kunnen functioneren. Maar of dit dan ‘internetjournalistiek’ is, blijft onduidelijk.

Bovendien wordt het steeds problematischer om internet te zien als een medium. Het biedt immers beeld, tekst en audio. Verder zijn er directe communicatiemogelijkheden zoals mail of chat en worden steeds meer interactieve applicaties gecreëerd. Het wordt dan ook steeds moeilijker te bepalen wat internet dan is. Zijn de afleveringen die teruggekeken kunnen worden op Uitzendinggemist nu televisie of internet-televisie?

Internet zie ik daarom liever als de achterliggende technologie die bovenstaande voorbeelden mogelijk maakt. Internet is een nieuwe manier om journalistieke producten te distribueren.
Dit kan gelden voor beeld, tekst en audio. Hierdoor ontstaan wel kleine verschillen. Zo wordt voor filmpjes op het internet het advies gegeven dat ze kort moeten zijn, evenals teksten, die ook een iets andere opbouw hebben. Maar verder is er niet heel veel nieuws onder zon, of het moeten de mogelijkheden zijn om te reageren. Gebruikers krijgen meer invloed, hebben mogelijkheden om reacties te plaatsen op sites of kunnen zelf weblogs bijhouden. Maar vooralsnog is journalistiek via internet nog niet per ce internjournalistiek. Omdat grote verschillen ontbreken, lijkt het er eerder op dat internetjournalistiek als terrein nog in ontwikkeling is.